Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967
Artikel 3
De schipper van een Nederlands vissersvaartuig zorgt dat aan boord een zich in goede staat bevindende Nederlandse vlag aanwezig is, en dat deze op vordering van de daartoe bevoegde autoriteiten wordt gehesen. Hij onthoudt zich van alle handelingen waardoor twijfel zou kunnen ontstaan over de nationaliteit van zijn vaartuig.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.